Ik zit op de fiets en luister naar een podcast van Kim Munnecom over leiderschap. Ze vertelt over een inzicht dat ze kreeg tijdens haar Bali Retreat en dat inzicht raakte mij direct. Het ging over het soort leiderschap dat niet voortkomt uit harder werken, meer doen of meer oplossen, maar juist uit loslaten. Uit vertrouwen.
Het retreat waar Kim over vertelt is voor mensen die al veel ervaring hebben in persoonlijke ontwikkeling. Mensen die gewend zijn om naar binnen te kijken, om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen proces. En toch liep er een deelnemer vast.
Waar Kim in het verleden misschien geneigd zou zijn om het op te lossen voor iemand, koos ze nu voor iets anders. Ze liet los. Ze gaf ruimte. Ze vertrouwde erop dat deze deelnemer het zelf kon dragen. En de volgende ochtend stond deze vrouw op als een geaarde, vernieuwde versie van zichzelf. De transformatie kwam juist doordat Kim níet ingreep.
Die setting helpt natuurlijk. Bali, de groepsenergie, even weg uit het dagelijks leven. Maar groei ontstaat pas echt wanneer iemand zelf de stap zet.
Op dat moment voelde ik iets verschuiven. Een inzicht dat niet alleen met leiderschap te maken had, maar vooral met mijn rol als moeder.
Zoals je misschien weet studeert mijn dochter in Spanje. En het begin was pittig. Ze kreeg te maken met een gestolen iPhone, een gestolen fiets, lessen waar ze niet in mocht en een huisgenoot die ineens een gebroken tand had. Maar het zwaarste was dat ze werd buitengesloten door een hele groep. Niet door één persoon, maar door haar hele omgeving daar.
Dat raakt diep. Het raakt haar en het raakt ons als ouders.
Ik was maar een paar dagen bij haar in Valencia en in die dagen voelde ik alles. De pijn, de vermoeidheid, het vechten en het doorgaan. Ze heeft externe hulp, gelukkig. Daarin kwam naar voren dat ze zelf meer mag aangeven wat ze nodig heeft. Maar omdat ik zag hoe moeilijk ze het had, wilde ik nog iets voor haar regelen. Een vangnet. Een extra stap. Misschien dat haar vader nog even langs zou gaan, ook al was dat totaal niet praktisch.
Toch heb ik het bij haar en haar vader neergelegd. En dat voelde spannend. Want als moeder wil je soms instinctief grijpen, oplossen, beschermen.
Tijdens een wandeling op mijn laatste middag hadden we een open gesprek. Ik heb haar gezegd dat alle opties goed zijn. Dat naar huis komen mag, dat haar vader mag komen, dat alles mogelijk is, zolang het maar uit haarzelf komt. Ik legde de bal bewust bij haar neer.
De dagen erna was ze moe. Emotioneel. Nog vijf weken te gaan, best nog een hele poos.
En toen gebeurde precies wat Kim beschreef. De oplossing kwam uit een hoek waar ik niet naar had gekeken. Haar beste vriendin komt haar opzoeken. Precies op het juiste moment. Daarna hoeft ze nog maar twee weken. Dat is te overzien. Dat is behapbaar.
Het herinnerde mij eraan dat hulp soms vanzelf op de juiste plek verschijnt, wanneer je durft los te laten.
Nu geniet ik van de contacten met haar. Van de luchtigheid. Van ons praten over ditjes en datjes. Ik laat haar los zonder haar los te laten. Dat voelt als echt leiderschap. Het soort leiderschap dat ruimte geeft, vertrouwen uitspreekt en niet voor iemand gaat staan maar naast iemand.
Misschien is dat wel de grootste les.
Leiderschap is niet vasthouden.
Leiderschap is loslaten.